In Personeel28 juni 20225 Minuten

Onderwijs en bedrijfsleven versterken elkaar

Als bedrijf neem je graag goed opgeleide medewerkers in dienst. Maar zijn die er nog? Door het steeds nijpender lerarentekort […]

Omnium

Als bedrijf neem je graag goed opgeleide medewerkers in dienst. Maar zijn die er nog? Door het steeds nijpender lerarentekort wordt het voor het onderwijs steeds moeilijker om ze af te leveren. Was er maar een oplossing… Die is er! Zelfs eentje die het onderwijs én het bedrijfsleven sterker maakt.

“Dit jaar zijn we met onze neus op de feiten gedrukt”, begint Zeeuws onderwijsambassadeur Gorik Hageman. “Tot vorig jaar was de situatie dreigend, maar dit jaar vielen er daadwerkelijk lessen uit omdat er geen leraar meer te vinden was. Onvermijdelijk moeten schoolbesturen nu out of the box gaan denken, bijvoorbeeld aan hybridedocenten als mogelijke oplossing.”

Hybridedocenten zijn ondernemers of werknemers uit het bedrijfsleven die naast hun werk lesgeven op school. “Hybridedocenten zijn in meerdere opzichten een waardevolle aanvulling op het lerarenteam. Ze zijn namelijk een belangrijke koppeling tussen bedrijfsleven en onderwijs en daar profiteren beide partijen van.”

Expertisecentrum
Via het Expertisecentrum hybridedocent worden mensen voor deze bijbaan opgeleid. “Voorheen was de opleiding te standaard, maar het traject is inmiddels al iets versoepeld. Gelukkig, want hybridedocenten hebben vaak veel ervaring en zijn meer gebaat bij een maatwerktraject om bijvoorbeeld hun pedagogische kennis te versterken.”

Omère
Hybridedocent Omère Moorthamer is daar een goed voorbeeld van. Hij werkt bij Arentis, heeft daar in 2019 de interne bedrijfsschool Techwijs opgezet en is sinds kort hybridedocent op het Lodewijk College in Terneuzen. “Ik gaf bij Arentis al jaren les, maar zonder pedagogische opleiding. Nu kan ik daar als hybridedocent veel in bijleren, onder meer van ervaren collega’s.” Het onderwijs wat bijbrengenVaktechnisch hoeven ze Omère niets meer bij te leren. “Ik hoop juist in die zin het onderwijs wat bij te brengen. Bijvoorbeeld door ze te motiveren om de lessen in autotechniek breder in te steken op mobiliteit, waar meer toekomstperspectief in zit. Daarnaast zou ik ook graag zien dat leerlingen niet alleen leren hoe iets werkt, maar ook waarom het zo werkt, een stukje natuurkunde en mechanica. Daardoor gaan ze techniek veel beter begrijpen.”

Scouten
Werkgever Arentis juicht de bijbaan van Omère toe. “Op school kan ik voor het bedrijf natuurlijk de krenten uit de pap scouten en ik probeer te zorgen voor een betere aansluiting van het onderwijs op het bedrijfsleven. Zelf haal ik er vooral veel voldoening uit om de jongeren iets te leren en ze enthousiast te maken voor ons mooie vak.”

Meino
Datzelfde probeert hybridedocent en volleybaltrainer Meino Rozendal te doen in zijn vakgebied. “Ik ben eigenlijk altijd met mijn hobby bezig, volleybal en trainingskunde, en daar probeer ik leerlingen van het CIOS in Goes nu ook enthousiast over te maken. Zij kiezen echter voor een brede sportopleiding, niet speciaal voor mijn vak, dus dat brengt een grotere uitdaging met zich mee dan wanneer ik als volleybaltrainer speelsters wat probeer bij te brengen. Die zijn al 100% gemotiveerd. Hierdoor ben ik wel creatiever geworden en heb ik geleerd om leer- en trainingsstof uitdagender te maken.”

Van bijbaan naar baan
Meino prijst zich gelukkig met een flexibele werkgever als het CIOS. “In de tijd dat ik als volleybaltrainer nog voor Europacupwedstrijden naar het buitenland moest, waren ze altijd enthousiast en verzetten ze zonder problemen mijn lessen. Deze bijbaan gaf mij bovendien een soort financiële zekerheid naast mijn onzekere bestaan als volleybaltrainer. Ik had altijd voor ogen om op een bepaalde leeftijd de bijbaan van docent wellicht wat uit te bouwen. Dat heb ik vier jaar geleden ook gedaan. Nu ben ik meer docent dan trainer. Het geeft me inkomenszekerheid en ik vind het superleuk om studenten enthousiast te maken voor het vak. Daarnaast blijf ik genieten van de contacten met collega’s. Het is fantastisch om met hen over (top)sport te kunnen praten.”

Redacteur: Kim de Booij
Fotograaf: Freddy Dierickx

Dit bericht delen